zaakteras

Place-mats

MEI

Het was pas acht uur in de morgen toen, enige dagen geleden, een bruin eendenwijfje ons terras opwaggelde met achter haar aan zeven kleine donsbrokjes. Het was 'Sorry', die wij in februari van zo'n wisse dood wisten te redden, met haar jonge gezinnetje. Een eendenwoerd stond, kleurig en parmant met zijn smaragdgroene kop spiedend naar alle kanten, op enkele meters afstand de situatie nauwlettend gade te slaan. Kwek!,kwek!, kwek! ratelde 'Sorry' heel vlug alsof ze wilde vragen: "Hoe vinden jullie het?". "Kwiek" antwoordde wij in een soort eendentaal, waarmede wij wilden zeggen: "We zijn trots op je". Toen zij enige tijd later met haar kroost het water weer opzocht keek zij met haar bruine kop nog even triomfantelijk in onze richting om daarna met veel gekwek tussen het jonge riet te verdwijnen. Hoewel de maand bijna paradijselijk begon ging het in het begin van de week toch plotseling weer mis. Grauwe hagelkoepels begonnen hun inhoud als mitrailleurs over het dorp uit te strooien. De drie IJsheiligen Pancratius, Servatius en Bonifacius waren kennelijk op doortocht. Op een morgen was het gras weer stijf van de vorst en waren al de aardappelen van de buurman zwart "Hoe is het er mee?" vroegen wij die morgen de buurman. "Mijn tuin ligt vol sneeuw en hagen en de mussen rijden schaats in mijn dakgoot" antwoordde hij.

Onze keukenmeester liet zich echter door de grillige buien van de 'heiligen'(waarvoor zij heilig verklaard zijn is ons nog steeds een raadsel!) niet zo maar van zijn stuk brengen. Met Hollandse asperges in de botersaus, geserveerd met nieuwe aardappelen en ham van het been voorziet hij ons gasten niet alleen van een voortreffelijk menu maar ook van het echte lente-gevoel. Na het vertrek van de 'heiligen' gebeurde er iets wonderlijks. De wind draaide onverwachts om en begon zich rijkelijk door de zon te laten verwarmen. De karekieten en de rietzangers vonden het kennelijk meer dan uitstekend en lieten het blijken door om het hardst te zingen. Ook de koekoek wist van geen ophouden. Een meerkoet had aan de overkant van de sloot een nest gebouwd met er over heen een soort paraplu van geknakte en vervlochten biezen. De meidoorns aan de polderrand staan ondertussen in volle bloei. Op de Dammerkade en langs de Stichtse Kade kunnen we genieten van een ontelbaar leger van bloemen. Een gouden aanblik van paarden- en boterbloemen met daartussen de lila en wit verbloeide Pinksterbloemen. Het wonder van het voorjaar ontluikt zich in een verbijsterd tempo.

JV/180897-05

deScheve Schaats

de Scheve Schaats/ ( Copyright sept 1996 de Scheve Schaats) ververst op 4-10-1997

de andere placemats